Fietsen naar en door een levendig centrum in Ede

De snelle groei van Ede heeft al heel wat planologische uitdagingen opgeleverd. Vanaf 1970 wordt de dorpsstructuur in het centrum voortvarend vervangen door een stads karakter, maar eenmaal klaar levert dat weer nieuwe onvrede op. Ondanks een nieuw Centrumplan in 1996 blijft er gemopper over de sfeer, mede doordat de opkomende interneteconomie steeds meer leven uit het centrum zuigt . De gemeente komt daarom eind 2016 met een nieuwe nota, ‘Het verhaal van Ede Centrum. De koers naar 2030’. De Edese Fietsbel sprak met twee van de verantwoordelijken voor de uitvoering hiervan, projectleider Renske Dijkwel en verkeersdeskundige Daniël Willems.

Na afloop van mijn gesprek op het Gemeentehuis zijn de spoorbomen aan de Molenstraat gesloten. Een vrachtwagen staat te wachten maar blokkeert daarbij de voetgangersoversteekplaats. Daardoor moet een oudere vrouw die met de fiets aan de hand naar het Marktplein wil oversteken om de vrachtauto heen lopen. Ze kan het niet laten de chauffeur iets bozigs toe te roepen.

Zie hier de huidige situatie in Ede centrum in een notendop: de belemmeringen van de vier spoorwegovergangen, de krappe Molenstraat, de logistieke problemen rond de bevoorrading van de winkels, het intensieve gebruik van de ruimte – en natuurlijk het korte lontje van sommigen.

Urban and regional planning

Renske Dijkwel (36) is afgestudeerd in de “Urban and Regional Planning” (planologie) aan de Universiteit Utrecht na een middelbare schooltijd aan het Marnix College toen dat nog in Ede centrum zat. Deze achtergronden maken haar geknipt voor de functie van projectleider “Levendig Centrum”, één van de pijlers van het gemeentebeleid de komende jaren. Sinds maart dit jaar is het haar verantwoordelijkheid om een logisch en uitvoerbaar geheel te maken van diverse deelprojecten die het centrum van Ede in 2030 weer ‘levendig’ moeten maken. Als enthousiast fietser maakt ze graag een uurtje vrij voor een gesprek, waarbij ook verkeersdeskundige Daniël Willems aanschuift.

Het doel van het programma Levendig Centrum is dat Edenaren weer trots op hun centrum zijn. Omdat de gemeente veel waarde hecht aan inspraak van de burgers, organiseerde Dijkwel in juli 2017 een werkatelier over  de verkeersstromen in Ede Centrum als onderdeel van een serie bijeenkomsten. Niet minder dan 100 organisaties waren uitgenodigd waarvan er zo’n 30 aanschoven. Dankzij de inbreng van de deelnemers, waaronder de Fietsersbond, is het volgens haar daarna snel gegaan. Daniël Willems beaamt: “Tot dat moment tastten we eigenlijk nog in het duister over waar te beginnen om een heldere Verkeersvisie op het centrum te ontwikkelen.” Deze visie is nu in concept opgesteld en wordt voorgelegd aan betrokkenen. Besluitvorming door de gemeenteraad zal daarna plaatsvinden.

Maatschappelijke groeperingen

Door alle inbreng is het Levendig Centrum inmiddels een grootschalig en ambitieus programma geworden met zo’n 40 afzonderlijke projecten, variërend van het herinrichten van straten en pleinen via een nieuw systeem van winkelbevoorrading tot aan een promotiecampagne. Het geheel wordt gecoördineerd door programmamanager Lout van der Hoeven onder politieke verantwoordelijkheid van wethouder Johan Weijland (D66). Het programmateam bestaat uit zo’n 15 mensen waaronder twee projectleiders. Dijkwel roemt de aanpak van Ede om samen met maatschappelijke groeperingen op te trekken, zoals met de belangenvereniging van winkeliers.

Veel energie gaat zitten in uitgebreide tellingen en metingen als onderbouwing van beslissingen en om aan het eind van het traject te weten wat het traject precies opgeleverd heeft. Zo blijkt de Telefoonweg de drukste weg voor fietsers in het centrum (1.100 fietsers geteld in 3 uur tijd!), ondanks de smalle fietspaden. Daarnaast blijken de huidige routes voor het bevoorraden van de winkels niet optimaal. Naast het oplossen van deze en andere praktische knelpunten, moet ook de gevoelsmatige beleving van het centrum in 2030 hoger gewaardeerd worden dan nu en moet het aantal bezoekers van Ede Centrum dan substantieel gestegen zijn.

Wat door die bezoekers gewaardeerd wordt, is onderzocht en komt neer op: meer levendigheid op loopafstand. Inmiddels wordt detailhandel buiten het centrum gestimuleerd naar de Grotestraat en haar zijstraten te trekken. In zogenaamde ‘sfeergebieden’ rondom dit Kernwinkelgebied wordt dan ingezet op onder meer ‘Horeca & Leisure’ rond het Museumplein en ‘Creatief Woon- en Werkmilieu’ bij de Bospoort. Op dit moment staat een kleine 20 procent van het winkelvloeroppervlak in Ede Centrum leeg. Verkleining van het kernwinkelgebied moet de leegstand doen afnemen. Aangevuld met extra groenvoorzieningen leveren alle plannen samen volgens Dijkwel, opgegroeid in Bennekom, zeker een prettiger en meer Veluwse sfeer op: “Dat is een verhaal waarin ik geloof”.

Voor Daniël Willems zal een compacter centrum ook een extra uitdaging zijn qua bevoorrading van winkels, zowel voor de chauffeurs als voor het publiek. In een nieuw logistiek plan zal met name de Marktstraat op de schop gaan en de toegang tot het Marktplein verbeterd worden. Of bevoorrading met transportfietsen vanaf overslagpunten aan de rand van het centrum haalbaar is, wordt nog onderzocht. Wel wordt, wat hem betreft, het centrum beter doorfietsbaar en komen er voldoende parkeerplaatsen voor fietsen bij de ingangen van het kernwinkelgebied. Voor hem is het programma geslaagd “als we alle soorten verkeer kunnen faciliteren, met name gericht op centrumbezoekers.”

Authentiek Ede

Ook hij benadrukt het ongedaan maken van fouten uit het verleden toen Ede bewust het dorpse karakter inruilde voor een stadse uitstraling. Dat is grotendeels gelukt, aldus Willems die er in 2010 voor koos om in Ede te komen wonen, maar de “identiteit van de plek” is daarbij verloren gegaan.

Dorps of stads, het centrum van Ede zal bereikbaar blijven voor auto’s, maar fietsers krijgen meer ruimte. Onder meer wordt op de Telefoonweg de maximum snelheid teruggebracht van 50 naar 30 kilometer per uur wat de aanleg van bredere fietspaden mogelijk maakt. En zonder de veiligheid van voetgangers in gevaar te brengen, moet ook de doorsteek via de Arnhemseweg logischer worden.

Uit het verhaal van beide ambtenaren blijkt dat de fiets sowieso een integraal onderdeel is van alle plannen. De gemeente streeft immers zowel duurzaamheid als de gezondheid van haar inwoners na. De kleinschaligheid van het fietsen past ook goed bij de nagestreefde sfeer van het centrum. En hoewel het volgens Willems “geen doel op zich is om de mensen uit de auto te krijgen”, zijn bezoekers die op de fiets komen goed voor 60 procent van alle uitgaven in Ede Centrum. Alleen al daarom speelt de fiets een belangrijke rol bij de plannen rond een Levendig Centrum.

Monofunctioneel

Om hen dichter bij het centrum te laten komen, wordt de Achterdoelen in de plannen van de gemeente ook weer toegankelijk voor fietsers. Daarnaast dienen de fietsvoorzieningen langs hele Centrumring Molenstraat – Telefoonweg – Detmarlaan verbeterd te worden. Tevens wordt er langs deze ring gekeken of ‘fietsnietjes’ de enige mogelijkheid zijn om fietsen te stallen: het Maanderplein is slechts twee avonden in de week gevuld waarbij die nietjes op andere momenten vooral in de weg staan.

Renske Dijkwel hoopt dat er voor alle geplande activiteiten financiering gevonden kan worden en dat er uiteindelijk een “minder monofunctioneel op winkelen gericht” centrum zal ontstaan. Ede Centrum moet een plek worden waar wat te beleven is. Meer eet- en uitgaansgelegenheden en evenementen zouden welkom zijn. Ook hoopt ze dat jongeren er meer van hun gading zullen vinden.

Het is duidelijk dat er veel raakvlakken zijn tussen de plannen van de gemeente en de belangen van de Fietsersbond, de “oren en ogen van de gemeente op straat”. Willems en Dijkwel besluiten het gesprek dan ook met het verzoek “Laten we elkaar blijven versterken.” Vanzelfsprekend is de Fietsersbond daar graag toe bereid.

Dit interview van december 2017 wordt ook in ‘De Fietsbel’ van rond maart 2018 gepubliceerd.